Uitgevoerd met: Roxanne Mooijekind
Maak de volgende opdracht aan de hand van drie kindertekeningen uit de onderbouw, middenbouw en bovenbouw:
1. Beschrijf wat je ziet op de tekening.
2. Benoem tot welke fase van Löwenfeld de tekening behoort.
3. Benoem de twee categoriën die het best naar voren komen in de tekening.
Uitwerking:
Het thema dat wij de kinderen hebben meegegeven is het tekenen van een uitje met de familie in de dierentuin.
Tekening onderbouw - groep 1
![]() |
Kindertekening groep 1 |
Beschrijving: Op deze tekening zie ik een bloementuin. In een gras- en modderveld staan hoge bloemen van verschillende kleuren. De bloemen aan de rechterkant zijn zonnebloemen. Op de voorgrond staat een hek dat het publiek ervan weerhoudt het grasveld op te gaan. In de achtergrond, tussen de bloemen, hangt een beveiligingscamera. Deze houdt mensen ook tegen om de bloementuin in te gaan.
Tekenfase: De tekening is van een pre-schematisch niveau. De vormen zijn opgebouwd uit delen, zoals het hek en de bloemen. Er worden haakse hoeken gebruikt bij de camera. Ook is er sprake van veel herhaling in zowel het hek als de bloemen. Het symbool van de bloem wordt duidelijk weergegeven.
Categoriën:
In deze tekening staan de categoriën kleur en compositie centraal.
Binnen de categorie kleur is veel gebruik gemaakt van objectkleur. De kleuren die horen bij de objecten verduidelijken het object. Zo is het gras groen gemaakt, het hek bruin en de zonnebloemen geel.
Binnen de categorie compositie is een eerste ordening te zien van objecten. Door het hek onderaan het blad te tekenen lijkt het vooraan te staan. Vervolgens zijn het gras en de bloemen dieper in de tekening geplaatst. Het kind heeft dus nagedacht over de plaatsing van de objecten.
Tekening middenbouw - groep 5
![]() |
Kindertekening groep 5 |
Beschrijving: het kind heeft ervoor gekozen om een plattegrond van de dierentuin te tekenen. In de legenda worden groepen mensen en individuele mensen onderscheiden door verschillende tekens. Bij de individuele mensen is te zien welke kant zij opkijken, doordat de armen die kant op staan. In de hokken zie ik een beer, giraffes, apen, pinguïns en vogels. Niet alle hokken worden even druk bezocht. Zo is het erg druk bij de beer, maar staat er bijna niemand bij de vogels.
Tekenfase: deze tekening behoort binnen de schematische fase en het begin van het realisme. De tekening is een plattegrond en heeft een duidelijke ruimtelijke ordening. De opbouw is erg helder en bovendien verhelderd met de legenda. Het is direct duidelijk dat het hier om een dierentuin met hokken gaat. Het kind heeft gebruik gemaakt van geometrische vormen, met name vierkanten en rechthoeken voor de hokken. Deze zijn gemaakt met de liniaal. Er is sprake van overlapping, bijvoorbeeld bij de vogel centraal onderin de tekening. Voor sommige dieren is sprake vn rijke details, zoals de giraffe of de beer. Uit het schematisch stadium is nog wel de omklapping duidelijk zichtbaar. Hoewel het hier een bovenaanzicht betreft, zijn alle dieren en mensen vanaf zijaanzicht te zien.
Categoriën: in deze tekening staan de categoriën vorm en compositie voorop.
Met betrekking tot de vorm zijn veel kopbuikpoters te zien. Niet alle dieren bevatten veel details, maar zij hebben bijna allemaal dezelfde opbouw. Door details als stippen, klauwen of vleugels zijn de verschillende dieren te onderscheiden.
Binnen de compositie staat voorop dat het hier gaat om een plattegrond. Het was niet de opdracht om een plattegrond te tekenen en van alle gemaakte tekeningen was dit de enige plattegrond. Dit is dus een eigen bewuste keuze van het kind geweest.
Tekening bovenbouw - groep 6
![]() |
Kindertekening groep 6 |
Beschrijving: het betreft een zeer gedetailleerde tekening waar veel humor in is verwerkt. Ik zie op de voorgrond een dierenverzorger die zijn hark heeft neergelegd en wegrent voor een neushoorn. De verzorger maakt een angstige indruk (gezichtsuitdrukking en het vliegende petje) en de neushoorn kijkt boos. De dynamiek in de tekening komt hier goed naar voren. Op de achtergrond staat een toerist het spektakel te filmen met zijn mobiele telefoon. Deze persoon kijkt verbaasd. Hij wordt in de tussentijd bestolen van zijn portemonnee door een aap. Op zijn shirt is een mooi patroon te zien. Verder op de achtergrond staat een aap op een rots een banaan te eten. Ook is er een waterval. Aan de linkerkant staat het insectenhuis en een wegwijzer. De figuren in de tekening zijn met contouren getekend.
Tekenfase: deze tekening valt binnen het laatste stadium dat Löwenfeld heeft onderscheiden, het begin van realisme en pseudo-realistisch stadium. Dit blijkt uit het feit dat de leerling haar eigen interesse heeft gebruikt voor deze tekening, door bijvoorbeeld een verzorger en een toerist te tekenen. Al het getekende is zeer realistisch en er is goed een verhaal te vertellen bij deze tekening. Dit komt ook door de humor en dynamiek in de tekening. De ruimte wordt door de verschillende lagen in de tekening goed gesuggereerd. Daarnaast is er ook een duidelijk effect van overdrijving in de gebeurtenissen in de tekening. Als laatste is in het insectenhuis te zien dat er aandacht is geweest voor constructie. Het gebouw is niet van gladde muren gemaakt, maar bestaat uit goed te onderscheiden bakstenen. Ook in het hek is dit te zien, waar de ijzeren stangen worden afgewisseld door bruine planken.
Categoriën: In deze tekening staan ruimte en compositie centraal.
Met betrekking tot de ruimte heeft het kind gebruik gemaakt van afsnijding. Dit is goed te zien bij de aap die de banaan eet. Het gezicht van de aap is half te zien. Dit is een complexe vaardigheid en vaak wordt er juist voor gekozen om dan maar geen hoofd te tekenen of het hele hoofd nog in de tekening te proppen. Het kind heeft duidelijk gemerkt dat het papier ophield en heeft daar ook de tekening laten ophouden.
Bij de compositie valt op dat gebruik is gemaak van meerdere grondlijnen. Er is een duidelijke voorgrond en achtergrond en het hek scheidt die twee lagen.